Historie

Noem de naam Overgaag en je weet het: dan hebben we het over horeca in Delft. Vader Overgaag, die zo'n zestig jaar Café Sint Joris en de Draak bestierde. Zoon Willem die furore maakte in en met Café Diner Vlaanderen. En andere zoon Pieter die de kost verdient in het betere segment van de Party- en Cateringbusiness.

Pieter Overgaag, om hem draait het op deze pagina, heeft het vanzelfsprekend niet van een vreemde. Al trad hij dan niet in de voetsporen van z'n ouwe heer, beter bekend als Rooie Willem. Pieter noemt de kroeg van z'n vader 'een unieke zaak'. "Hij heeft er zo'n zestig jaar in gestaan. Het was echt zo'n oubollig café, met Perzische tapijtjes, een biljartje erin. 's Ochtends kwamen er vooral zakenmensen, 's middags kantoormensen en mensen van bedrijven en 's avonds studenten. Ja, mijn vader was een topkastelein. Tegenwoordig vertoeft hij aan de Loosdrechtse Plassen".

 

overgaag familie

Cafe St. Joris te Delft in het jaar 1989: Willem Overgaag jr., Pieter Overgaag en Wim Overgaag.

Broer Willem Overgaag nam in 1992 de zaak van z'n vader over. "Ik werkte, toen ik een jaar of achttien was, ook wel bij m'n vader, maar ik heb de zaak niet overgenomen. Ik was niet capabel genoeg, en ook niet volwassen genoeg om de zaak over te nemen. Ik moest maar bij andere horecabedrijven en cateraars ervaring opdoen". Toch zegt hij, met de nodige trots: "Willem was wel de vijfde generatie Overgaag die in de zaak geeft gezeten". Voor de volledigheid: er is ook nog zus Monique. Zij is nooit in de horeca actief geweest en dus ook niet in de (familie)zaak. "Ze is al jaren uit Delft weg. Ze woont in Zeist, verkoopt daar luxe keukens". Dus tóch een keukenprinses, maar dan anders. Willem Overgaag deed in april 2008 Café Diner Vlaanderen van de hand. Hij, die ook deel uitmaakt van het muzikale gezelschap 'De Mannen van Vermeer', helpt nu onder de noemer Impresariaat Willem stand up-comedians en andere professionele lolbroeken aan optredens. 

Pieter wilde wel altijd 'iets' doen in de horeca, want de appel valt, zoals bekend, zelden ver van de boom, "maar het cafébedrijf trok me niet zo. Ik vond vooral de zakelijke kant leuk. In zo'n café is het elke dag hetzelfde. Je hebt elke dag dezelfde klanten aan je bar, die vertellen elke dag dezelfde verhalen. Ja, zo'n zaak had m'n vader. Ik was bovendien nogal fel. Ging snel in discussie. Dat moet je natuurlijk niet hebben, achter de bar. Dan is het het ene oor in, het andere oor uit, anders doe je het niet goed".

Pieter Overgaag (40, intussen) doorliep braaf en achtereenvolgens Lagere School, MAVO en HAVO. Hij plakte er zelfs Middenstandsonderwijs achteraan. De Lagere School onderging hij op een internaat, in Eindhoven. "M'n ouders hadden het erg druk met de zaak. Zij dachten dat het voor mij beter zou zijn als ik naar een internaat ging. Zat ik bij de Broeders. Toen ik naar het Voortgezet Onderwijs moest, ben ik teruggegaan naar Delft". Eerlijk: "Maar dat was ook omdat ik heimwee kreeg".

Nog beschadigd door die internaat jaren?
"Nee. Ik heb er juist een heel fijne tijd gehad. Goeie opvang, veel sporten. Nee, ik neem het m'n ouders absoluut niet kwalijk dat ze me op een internaat hebben gedaan". 

Toen hij zo'n beetje uitgeleerd was, dook hij dus niet definitief de kroeg van z'n vader in. Hij koos voor de catering. Ging stage lopen bij Martinair Partyservice. "Om te kijken of ik werken in de catering wel leuk zou vinden. Ik vónd het leuk. Maar ook erg zwaar. Het opbouwen en afbreken van partijen, de vele uren die je maakt. Maar ik dacht wel: Dat kan ik zelf ook. Ik werd benaderd door Snowworld, de skibaan in Zoetermeer. Daar heb ik, in loondienst, mede de horeca opgezet. Na een jaar ben ik daar weggegaan. Was ik benaderd door de bekende Oostenrijkse skileraar Moser, die een skibaan begon in Spaarnwoude. Daar heb ik de horeca en de catering opgezet. Werd ik wéér benaderd, nu door De Uithof, in Den Haag. Heb ik ook een jaar gewerkt. Ik was daar horecamanager. Was moeilijk. Je had allemaal verschillende ondernemers. Van de klimwand, van de schaatsbaan, van de skibaan, noem maar op. Die waren het nooit met elkaar eens, veel ruzie, het was alleen maar vergaderen, ik was dat op een gegeven ogenblik zat. Maar ik heb er wèl leuke connecties aan overgehouden". 

Je moet je waarmaken op de party zelf

We schrijven het jaar 2002. "Vlaanderen, van m'n broer Willem, was benaderd om op de Schaatsbaan op de Beestenmarkt de horeca te exploiteren. Dat heb ik toen voor hem geregeld. Een leuke klus. Van daaruit ben ik, in 2003, met mijn cateringbedrijf begonnen". 

Een cateringbedrijf, geeft hij kort maar hevig college, werkt 'in principe altijd op locatie'. En het gaat om 'gastvrijheid'. "Dat moet je uitstralen in je doen en laten". Lacht: "Je moet je eigenlijk beter voordoen dan je bent". Wat het ietwat ingewikkelder maakt: "Potentiële klanten komen niet bij je op de zaak. Je moet je waarmaken op de partij zelf". Klanten werven, ze over de streep trekken, het is vooral een kwestie van zien en erin geloven. Dus van presentatie. "Ik heb m'n personenauto verkocht en ingeruild voor een bus. Die heb ik mooi laten beletteren. Ik heb mooi briefpapier laten ontwerpen en een mooie internetsite. En zo ben ik de boer op gegaan. Zo van: Dit ben ik en dit kan ik. In het begin deed ik het alleen, met uiteraard een chefkok voor de bereiding van het eten en met, waar nodig, oproepkrachten". Hij begon 'vanuit huis'. En hij waakte ervoor een te grote broek aan te trekken. "Ik heb de benedenverdieping van m'n huis leeg gemaakt. Ik heb de spullen aangeschaft die ik echt nodig had: sta- en buffettafels, servies, bestek, glaswerk. Maar, bijvoorbeeld, nog geen stoelen, want die kon ik huren. Die heb ik pas in een later stadium aangeschaft". Het bedrijf 'groeide uit de klauw', zoals hij het plastisch formuleert. Ofwel: van huis uit werken werd hoe langer hoe onhandiger. "Medio 2005 heb ik Verhuurbedrijf Bayens overgenomen. Daar huurde ik al spullen. De eigenaar was het een beetje zat, toen ik het had overgenomen had ik in één klap alle spullen die ik voor de catering nodig had. Ik zat toen aan de Lindelaan, in een echt volkswijkje. Maar ook daar groeide ik in een jaar of twee uit. Bovendien: de Bomenwijk zou gesloopt worden, ik ben maar 's rond gaan kijken. En zo ben ik in Ypenburg terecht gekomen. Op de Brasserskade, maar het valt onder Den Haag". 

Het was niet alleen zaak een leuk klantenbestand op te bouwen, hij moest ook op zoek naar aantrekkelijke locaties waar hij met z'n partijen terecht kon. "Ik ben heel brutaal naar Panorama Mesdag gestapt. Daar kenden ze me van de tijd dat ik voor Martinair en Taat en De Regt werkte. Ze gunden me gelijk een partij. Panorama Mesdag is nog steeds een heel goeie partner, daar ben ik echt de huiscateraar". En dan gaat het niet om zo maar feestjes, nee, 'dat zijn recepties en zo voor de top van ministeries en voor bijvoorbeeld de Raad van Bestuur van Shell. We doen daar alles". Hij noemt met kennelijk genoegen hoogtepunten en huzarenstukjes uit zijn catering-oeuvre. "Het 75-jarig bestaan van Dalsem Kassenbouw, bijvoorbeeld. Een personeelsfeest van Ikea, voor 1500 man. Een parkeergarage die we hadden omgetoverd tot feestruimte. Ja, dat zijn unieke evenementen, als ik eraan terugdenk". Hij geniet ook als hij voorbeelden noemt van prachtlocaties waar hij regelmatig aan de slag is, zoals de Grote Kerk in Den Haag, de Anton Philipszaal en het Lucent Dans Theater, ook in Den Haag. Maar als hij zelf mag kiezen, weet hij het wel: "De Van de Mandelezaal, in Museum Het Prinsenhof. Schitterend".

Een eigen bedrijf van de grond tillen, dat gaat wat makkelijker als je jou goedgezinde relaties en connecties hebt die je het o zo broodnodige duwtje in de rug willen geven. Overgaag had wat dat betreft geen klagen. "In 2004 stond Wim Zegwaard met zijn Stal Zegwaard op de Miljonairs Fair. Hij stond daar met een stand voor Falabella-paardjes". Voor de liefhebber, en na enig gegoogle: 'Het Falabella-paard is een uniek en zeldzaam paardenras, met een schofthoogte van tussen de 76 en 83 centimeter. Het mag geen pony worden genoemd, want het is in alles een paard, maar dan in verkleinde vorm. Het is genoemd naar de familie die dit paardje fokte'. Hoe het ook zij: "Mij werd gevraagd of ik daar de catering wilde verzorgen. Dat leidde er weer toe dat ik contact kreeg met de standhouders van Harley Davidson en van Anemone Paardentrailers en Vrachtwagens. Dat is natuurlijk wel mooi, als je op zo'n topevenement mag cateren en zulke opstapjes hebt".

Bedrijven lijden aan corporate anorexia

Overgaag heeft inmiddels z'n stek gevonden en z'n naam gevestigd.
Qua omzet, geeft Overgaag aan, is hij 'een middenklasser'. Maar: "Qua product probeer ik me in het topsegment te bewegen".

Daar gaan we weer: het zijn moeilijke tijden, bedrijven zullen dus wel enthousiast beknibbelen op feestjes en zo. Merk je daar wat van?
"Je moet nu inderdaad heel actief en creatief zijn. Ik zeg wel eens: Bedrijven lijden aan corporate anorexia. En je weet: iemand die aan anorexia lijdt, eet niet". Toch: "Veel bedrijven zijn aan het afslanken, het is bezuinigen en nog 's bezuinigen. Het is dan goed af en toe een feestje te bouwen om de neuzen weer de goeie kant op te krijgen". Al beseft hij zeer wel dat hij op deze manier een tikkeltje voor eigen parochie preekt. Realistisch: "Mijn angst is wel dat in 2010 de bezuinigingen allemaal zijn doorgevoerd en dat de omzet niet is gestegen. Wat gaan we dan doen? Met kostenbesparingen binnen de eigen organisatie is het dan wel afgelopen. Kijk, als cateraar ben je dienstverlener. Het valt niet te ontkennen, we draaien nu minder dan vorig jaar. Dan moet je denken aan zo'n 10, 15 procent. Maar ik neem natuurlijk ook m'n maatregelen binnen m'n bedrijf. Je wordt nog actiever, gaat de boer op. Maar ja, als het geld er bij de bedrijven niet is, dan is het er niet. Je hebt te maken met budgetten. En die worden krapper". 

Moet jij dan dus meer waar leveren voor minder geld?
"Dat is niet de goeie omschrijving. Het is zo dat feesten nog wel doorgaan, maar dat de mindere budgetten je dwingen bijvoorbeeld minder duur meubilair en minder dure verlichting te gebruiken. En dat begrijpt natuurlijk iedereen: als een bedrijf honderd man heeft moeten ontslaan en dan een feest van anderhalve ton zou geven, dat kan natuurlijk niet. Maar ik mag zeker nog niet mopperen. Dat komt ook: ik neem zelf de telefoon aan, ik ben zelf op de partij aanwezig, ik ben altijd zelf aan het werk. Dat is mijn kracht, de mensen willen dat ook".

Een tweede keer is er nooit van gekomen

Als jij niet in de party- en cateringbranche terecht was gekomen, wat had je dan graag willen doen? 
"Ik zou mezelf wel voor de klas zien staan. Men heeft het wel over normen en waarden, ook in de horeca. Maar hoe je op een goeie manier een fles wijn openmaakt, aan zulk soort dingen ontbreekt het nogal in de horeca. Vergelijk je het met een jaar of tien geleden, dan wordt het alleen maar minder. Dat geldt voor het eten, de service, de uitstraling, het personeel. Men huurt vooral studentjes in. Die komen voor het geld, hebben geen binding met de zaak. Ik vind dat je er als eigenaar bovenop moet zitten, je personeel moet coachen en sturen. Zodra een eigenaar managet op afstand, gaat het fout. Ik geloof ook niet dat één eigenaar meer dan één zaak kan managen. Een mooi voorbeeld is de Sil Bar, op de Beestenmarkt. De eigenaar is altijd zelf aanwezig, hij heeft op basis van z'n vierkante metertjes de beste zaak".

Wat vind je van de horeca in Delft?
"Ik vind dat er in Delft te veel horeca is. Als morgen 20, 30 procent afvalt, merk je dat echt niet". Hij vertelt dat hij in 1994 een zwaar ongeluk kreeg, toen hij frontaal op bus 61 botste. "Twee gebroken nekwervels, ik ben zes weken uit de roulatie geweest. Nee, ik heb er niks aan overgehouden". Iets heel anders: "In 2004 heb ik de Marathon van Rotterdam gelopen. In 3 uur en 42 minuten. Zo'n tijd, dat was echt super. Ik heb er alles voor opzij gezet, was helemaal op die marathon gefixeerd". Voetballiefhebber Pieter Overgaag, ooit actief in DHL, al jaren fanatiek passief bij DHC en Feyenoord, heeft nog een tip om het toerisme in Delft wat op te krikken. "Stel een arrangement samen, zodat toeristen twee dagen in Delft blijven hangen. Nu geven ze geen geld uit, het schema is veel te strak. Ze komen de bus uit, even wat eten, de Markt op en weer weg. Geef ze gratis toegang tot Het Prinsenhof, de Nieuwe Kerk, het Vermeer Centrum, zodat ze hier twee dagen zijn en wèl geld uitgeven". (PB)